Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

Jeroen Wielaert: 'Nikei's Glorie'

Zondag 13 april 2014

Blog - Na een geweldige zondag in de hel, de dertiende april 2014, moet het voortaan Nikei zijn. In de laatste kilometers naar Roubaix ging het er niet meer om, of Tom Boonen voor de vijfde keer zou winnen, of Fabian Cancellara naar de derde dubbelzege reed. Wat heel zwaar telde was de zesde Nederlandse overwinning in de geschiedenis van Parijs-Roubaix, de eerste van die oer-Hollandse Terpstra uit Krommenie. Het was van een zeldzame schoonheid, hoe hij daar op het podium de steen hief, zijn steen. Met dank aan de Kneet.

Tom Boonen werd voor de start in Compiègne kort geïnterviewd door Daniel Mangeas, de legendarische speaker die bezig is aan zijn eigen afscheidstournee. Mangeas blijft meesterlijk in het opsommen van palmares – renner voor renner. Vanzelf ging het over Boonens gedachten over een nieuwe zege in Roubaix. De Kempenaar zei relaxed te zijn, het was starten als anders, met iets van stress. Ondertussen tekende Niki Terpstra de startlijst en stapte daarna schielijk het trapje af. Even later liep hij vlak langs me heen. Ik zag een soort trance in zijn blik. Een vent die uit was op de winst.

Terpstra’s naam was de afgelopen weken vaak veelvuldig gevallen bij het opsommen van mogelijke winnaars – vooral in Nederland. Het paste in een sfeer van lichte opgetogenheid over een leuke reeks Hollandse voorjaarssuccessen. Er sprak genoeg honger uit naar een heuse klassieke zege van een Nederlander.  Had Terpstra Dwars door Vlaanderen al niet overtuigend gewonnen? Voor de massa werd toch het duel Boonen-Cansellara maar weer eens uitgeserveerd. Ik was niet vergeten hoe link Terpstra’s commentaar was na de jongste Ronde van Vlaanderen. Zijn ingehouden woede getuigde van gretigheid.

Nóg had ik geen enkel idee van een heuse Hollandse zege toen ik rond één uur binnenliep in Chez Betty, een dorpscafé in Verschain-Maugré, vlak voor kasseistrook 22. Er waren acht renners ontsnapt. Het werd tijd voor stokbrood met jambon, samen met mijn goede metgezellen. Op dit middaguur hing er al een forse odeur-locale, de indringende geur van pastis. De sfeer was bijpassend: luidruchtig. Klandizie en personeel waren vooral bezig met schreeuwen naar elkaar, in een vrolijke zondagse variant van dorps samenzijn. Geen moment ging het over een Franse favoriet, want die was er niet, zeventien jaar na de laatste Franse winnaar in Roubaix, Frédéric Guesdon. Zo was het, bij Betty. We verlieten het etablissement met zekere vragen over wat ze nog meer te bieden had, maar dat was snel vergeten in het vervolg van de koers – nu ging het om hogere levenskwesties.

Een Nederlandse zege in Parijs-Roubaix was niet uitgesloten en zeker niet onwaarschijnlijk. Niki Terpstra is in de afgelopen twee seizoenen Sebastiaan Langeveld en Lars Boom voorbij gegroeid als mogelijke outsider. Hij moest het alleen nog succesvol tonen. 13 april 2014 werd zijn beste dag.

Voor het café bij het Vélodrome van Roubaix zei ploegbaas Patrick Lefèvere: ‘Het is een blije Hollander. Ik ben een blije Belg. Terpstra was niet de beste van de dag. Hij heeft iets willen riskeren. Hij kreeg twee seconden, toen vier, het werden er meer. Het was beslist op het vals plat naar Hem.’

Ik dacht aan Gerrie Knetemann, Terpstra’s oude goeroe uit Krommenie. Hij moet Niki ooit hebben voorgehouden wat pijn is. Of hij wist wat pijn is voorbij de pijngrens, of Niki dat wist. ‘Ongeveer’, had Niki gezegd. ‘Het is nog erger,’ had de Kneet hem verteld.

Het is heel twijfelachtig geworden of Tom Boonen Parijs-Roubaix 5 keer kan winnen. Een dubbelslag van Cancellara is ook dubieus. Nikei kan de eerste Nederlander worden die voor een tweede zege gaat in Roubaix.  

Tekst en foto: © Jeroen Wielaert Niki Terpstra kan het nauwelijks bevatten

 



Eerder...

Blog Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl