Tekst: Roy Schriemer; Foto: Roompot

Looij had als weg- en baanrenner bij de nieuwelingen en junioren altijd al een goede sprint in de benen, maar rekende er op dat hij in 2014 even een pas op de plaats zou moeten maken, het moest een leerjaar worden. Maar hij boekte in massasprints zeges in de Triptygue des Monts et Chateaux, de Tour de Bretagne en de Tour de Kreiz Breiz. Ook was hij vijfde in de Tour de la Somme waar hij zich moeiteloos tussen de snelste mannen uit het Franse profpeloton wist te handhaven. “Dat soort prestaties gaven me het idee dat ik het niveau al goed aan kon. Als je dan een aanbieding krijgt om in een pro continentaal team te komen, dan weet je dat je meer topwedstrijden zult gaan rijden, maar hoop je dat je weer een stap kunt zetten om je ook daar te laten zien. Ik heb er wel met een aantal mensen over gepraat, maar kwam tot de conclusie dat dit soort kansen schaars zijn. Misschien had ik het niet moeten doen als het om een WorldTour-contract was gegaan, maar ik denk dat de stap nu te doen is.”

Debuut in Besseges

De 19-jarige Looij begint zijn seizoen in de Ster van Besseges en eigenlijk is dat tot nog toe alles wat hij over zijn programma weet. “In de eerste wedstrijden wordt gekeken wat je kunt en hoe het loopt en daarna wordt alles meer ingevuld. We hebben een aantal snelle mannen in huis, maar zullen zeker niet altijd met elkaar aan het vertrek staan, ik denk dat iedereen zijn kansen wel krijgt” aldus Looij, die zich in Besseges met Dylan Groenewegen in de sprints moet mengen, terwijl Raymond Kreder op Mallorca rijdt.  “Ik vind het lastig om nu al in te schatten wat erin zit. Kan ik al een .1-wedstrijd winnen? Dat zou wel heel mooi zijn. Ik zie 2015 wel echt als een leerjaar, een seizoen waarin ik mijn weg moet vinden in het peloton. Maar dat dacht ik vorig jaar ook en dat bracht me toch al een aantal mooie zeges. Als er kansen zijn, zal ik ze zeker niet laten liggen.”

Zesdaagse

De renner uit Wilnis maakte op de tweede dag van zijn profloopbaan direct alweer zijn debuut in de Zesdaagse van Rotterdam. “Ik fiets al vanaf mijn jongste jaren op de baan en vind het ook leuk om te doen. Veldrijden in de kou en de nattigheid is aan mij niet besteed, laat mij maar lekker op de piste rijden. Natuurlijk sta je ook hier direct aan het vertrek met echte sterke profs, specialisten ook. Ik zal moeten afwachten hoe dat gaat, maar ook hier wil ik eerst wat ervaring opdoen en kijken wat voor mogelijkheden er hier voor mijn toekomst liggen.”

Dromen van Tour

Hij hoopt dit seizoen de Grote Scheldeprijs te mogen rijden en daar voor een mooi resultaat te gaan. “Ik ben geen renner die op dit moment al de Vlaamse heuvels goed over komt of de bergen, een glooiend Frans of een echt vlak parcours heeft mijn voorkeur.” En voor de lange termijn is er natuurlijk altijd een droomdoel om na te streven. “Iedere jonge prof wil ooit een etappe in een grote ronde winnen, het liefst in de Tour de France. Maar dat is echt iets voor later, ik moet nu nog bescheiden zijn en kijken wat dit seizoen me brengt.”