Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

WIELAERT: WIGGO’S LAATSTE ZONDER WINST

Zondag 12 april 2015

Blog - Door Jeroen Wielaert

Bradley Wiggins kwam als een van de laatste renners naar het startpodium voor Parijs-Roubaix. Als een echte star liet hij de fans wachten voor wat zijn laatste grote wegwedstrijd moest worden. Hij wilde er een speciaal nummer van maken. Hij wilde winnen, op grootse wijze. Op 35-jarige leeftijd kreeg hij in Le Parisien nog twee sterren bij het opsommen van de favorieten, net als Greg van Aevermaet. Boven hen stonden John Degenkolb (3 sterren), Niki Terpstra (4) en Alexander Kristoff (5). Wiggo was er inmiddels wel aan gewend om de jeugd voor te laten gaan.

Ik zag hem graag, Bradley. Een Britse mod, verdwaald in het wielrennen, met de genen van zijn vader. Dwarse romanticus met een klimop van bakkebaarden die als eerste Engelsman de Tour won. Achter het stuur over het gerieflijke asfalt tussen Noyon en St-Quentin herinnerde ik me die morgen, ergens in Frankrijk dat ik hem opzocht voor Radio Tour de France. Het was nog maar de vraag of hij de Tour kon winnen. Bradley reageerde er luchtig op: ‘We’re all guys with an asshole.

Toen het in 2012 eenmaal zover was dat hij de Tour niet meer kon verliezen was hij als even laconiek. Op de rustdag in Pau zei hij op mijn vraag over de heroïek van de Tourmalet: ‘Ach, hij gaat omhoog, lastig…’

De rest is bekend. Een tweede Tourzege zat er niet in, met de onafwendbare concurrentie van Chris Froome, de rondewinnaar van 2013. Samen hadden ze ervoor gezorgd dat de Tourdirectie haast maakte om in 2014 in Leeds en Yorkshire te beginnen, maar daar kwam Wiggins niet eens meer naar het vertrek. Er waren te veel onderlinge spanningen. Hij was Sir Bradley geworden, maar eigenlijk had hij het wel even gehad met het circus, totally, really, actually.

Er is nog iets te doen op de Olympische Spelen in Rio en met het uurrecord op de baan. Met SKY besloot Wiggins tot een afscheid in stijl op de weg: Parijs-Roubaix 2015. De sponsor speelde erop in: ze deelden chique posters uit met zijn bijnaam: WIGGO. Bij de vaste stop in Bohain-en-Vermandois zag ik een vrouw die er mee in de hand stond. Het was een leuke Française van middelbare leeftijd. Ik vroeg haar wat ze van Bradley vond. ‘Hij kan misschien winnen,’ zei ze kalmpjes. En met een lach: ‘En dit is een leuk ding als onderlegger.’

Hij had een winter lang gestudeerd op het traject vol keien. Hij wist hoe lang hij moest wachten. Hij wist waar hij erbij moest zitten. Bradley Wiggins wist ook dat het onmogelijk is om Parijs-Roubaix geheel volgens plan te rijden. Aan zijn voorbereiding lag het niet, en ook niet aan zijn vorm. In de slotfase bracht hij het publiek nog eenmaal in extase met een tempoversnelling zoals alleen een tijdrijder dat kan. Het was niet genoeg om de kopgroep in te halen.

Ik zag hoe hij in een schaduwrijk dranktentje vlak bij de entree van de wielerbaan van Roubaix tegen de grond zakte. Er waren fotografen genoeg die het neerzijgen wilden vastleggen van de bebaarde man die afscheid nam. Alsof hij een heilige overlevende was na een laatste kruisgang. Bradley, just another bloke with a beard and an asshole.

John Degenkolb was zojuist de eerste Duitse opvolger geworden van de landgenoot die in 1896 als allereerste renner Parijs-Roubaix won: Josef Fischer. Een futiel gegeven voor Bradley Wiggins. Hij was in zijn laatste wedstrijd liever de allereerste Engelsman geweest om te zegevieren in Roubaix.

Foto: © Jeroen Wielaert

 



Eerder...

Blog Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl