Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

Den Bakker kan Tour de France niet missen

Zondag 05 juli 2015

Tour de France - Maarten den Bakker heeft tussen 1992 en 2001 liefst negen keer de Tour de France gereden, maar ook anno 2015 vindt hij de Ronde van Frankrijk in heel zijn hoedanigheid zowel op de weg als het circus rondom de acteurs nog altijd heel bijzonder.

Tekst: Dan Rolandus 

‘De Tour is zonder enige twijfel veruit het grootste verplaatsbare wielerevenement ter wereld, niet te evenaren door welke wielerwedstrijd dan ook. De eerste keer dat het peloton over de eilanden trok was al uniek, maar nu de karavaan hier zo langs de Groene Kruisweg voor de tweede keer voorbij trekt is dat wel héél bijzonder.’ Dat zegt Maarten den Bakker, die in zestien jaar tijd als professional over de wereld trok met profformaties als PDM, TVM/Farm Frites, Rabobank, Milram en Skil-Shimano. ‘De Tour de France is de topwedstrijd op wielergebied, voor een renner het hoogste platform om je naam als renner te vestigen. Een profrenner met ambities droomt altijd over de Tour, want als je de Ronde hebt gereden, en dat zijn er in verhouding niet zoveel, dan hoor je echt bij het rennersgilde. Als je de Tour aan den lijve hebt ondervonden, pas dan mag je er echt over meepraten. De TdF betekent veel druk en stress, een horde aan persmensen en drommen van het publiek. Dit alles moet je hebben beleefd om er een goed oordeel over te kunnen geven. Maar je moet niet vergeten dat je als renner met de Ronde van Spanje en of de Giro in je bennen echt wel een renner van klasse bent, laat dat duidelijk zijn. Maar het punt is dat bij de Tour de France door Jan en Alleman de ogen op jou gericht zijn. Het niveau in welke koers dan ook is dat er zeker een trapje harder gereden wordt.’

 

Magnus Bäckstedt

Maarten den Bakker kijkt met gemengde gevoelens terug op de sprint a deux, die hij in de Tour van 1998 in Autun verloor van Magnus Bäckstedt. ‘Stuart O ‘Grady zat bij hem in de ploeg en die zat achter ons de boel op te jagen, dus moest ik bijna al het kopwerk doen en zat hij in een zetel. We waren in het peloton zeker niet de snelste sprinters, maar konden best goed aankomen. Zo won Bäckstedt Parijs – Roubaix in de sprint. Ik had die dag heel goede benen en had het gevoel de rit naar Autun ook te kunnen winnen, maar moest dan wel wegrijden. Backstedt pokerde met O ‘Grady achter zich. Ik ging de sprint aan, maar in de laatste meters kwam hij over mij heen. Ik was geklopt, heb daarna gescholden van teleurstelling. Je bent er zo dichtbij, maar zie de overwinning uit je handen glippen. Dan baal je echt kan ik je zeggen.’ Maarten den Bakker kende in 1998 en 1999 zijn piekjaren. Zo won de nationaal kampioen bij de amateurs in 1989, in 1996 en 1999 bij de profs en in de tijdrit in 2003 in 1998 de GP Wilhelm Tell, werd hij behalve tweede in een Touretappe ook tweede in de Amstel Goldrace, finishte als vierde in de Waalse Pijl en behaalde toptien plaatsen in Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Nederland. Maar ook in 1999 was Den Bakker met een etappeoverwinning in de Ronde van Nederland, podiumplaatsen in de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik en ereplaatsen in de Amstel Goldrace (vierde), Parijs – Nice (zesde), de Driedaagse van De Panne (achtste) en Dwars door Vlaanderen (negende) succesvol. ‘Qua uitslagen waren dat mooie jaren, maar ook bij overwinningen van collega ‘s in de ProTour wedstrijden kon ik als teamplayer genieten. Ik was meer een klassieke renner, zoals in de Waalse en Vlaamse klassiekers, de Ronde van Lombardijen en van Zürich. Ik was geen specialist als klimmer of als sprinter, maar reed in de Tour of andere etappekoersen meestal in dienst voor de ploeg en kon ik genieten wanneer een Jesper Skibby, Jeroen Blijlevens bij TVM of een Michael Boogerd of een Erik Dekker bij Rabobank drie ritten won, waarin ik mijn steentje heb kunnen bijdragen. Maar ook zoals in mijn eerste Tour bij PDM met klassementsmannen als Raoul Alcala en Erik Breukink, die hoog genoteerd stonden en waarin Jean-Paul van Poppel een rit won, dan is het mooi dat je daar ook een bijdrage in hebt kunnen leveren. Robbie McEwen won in mijn eerste Tour bij Rabobank de etappe naar Parijs en ik heb ook de doorbraak van Erik Dekker met drie ritzeges mogen meemaken. Léon van Bon, die het jaar van Erik de eerste rit won en Marc Wauters die zich namens Robobank in het geel reed. Het is mooi dat je dan als teamplayer mag meedelen in de overwinning. Maar de Tour is heel zwaar, je voelt de constante druk van het moeten winnen. Als teamplayer had ik daar ook mijn aandeel in. Maar als de prestaties uitblijven, wordt de druk door de leiding en de sponsoren opgevoerd om het tij te doen keren. Want als het in de Tour niet naar wens verloopt, is drie weken heel erg lang, ook mentaal. Dat is de sport, loop je constant achter de feiten aan. Je merkt het ook aan de pers, die anders gaat reageren. Vaak zijn de hotels, zoals in Frankrijk ook slecht. De hotels in Spanje en Italië zijn doorgaans super. De mentaliteit van een Spanjaard en een Italiaan zijn gemoedelijker in vergelijking met een Fransman. Maarten den Bakker was een echte allrounder. ‘Ik kon op alle terreinen wel uit de voeten. Je moet wel een beetje allround zijn, want anders kun je geen goede Tour rijden. Je moet het klassement van je kopman verdedigen en de sprinters in stelling brengen voor het eindschot van de overwinning. Ik had liever gehad dat ik wat sneller was geweest. Aan de andere kant kunnen weinig renners zeggen dat ze negen keer de Tour hebben gereden. Ik had er ook één of twee meer kunnen rijden, maar ik was tevreden met mijn negen Tourdeelnames.’ Maarten den Bakker heeft ook het vreselijke ongeluk van Fabio Casartelli in 1995 tijdens de afdaling van de Portet d ‘Aspet aan zich voorbij zien gaan. ‘Dat was een moment om niet te vergeten. Een paar dagen later mocht Lance Armstrong, dat was nog voor zijn ziekte, als eerbetoon aan Casartelli de etappe winnen. Ja, dat was een legendarische etappe.

Vaak zijn de hotels, zoals in Frankrijk ook slecht. De hotels in Spanje en Italië zijn doorgaans super. De mentaliteit van een Spanjaard en een Italiaan zijn doorgaans gemoedelijk in vergelijking met een Fransman.

 

Ploegleider

Maarten den Bakker heeft zich na zijn wielercarrière gestort in de businesswereld en het ploegleiderschap. Na de continentale wielerploeg van De Rijke is de Abbenbroeker ploegleider geworden van de Brabantse opleidingequipe van LottoNL-Jumbo/De Jonge Renner. ‘Dat is een mooie club waarin veel talent schuilt met renners, die zomaar kunnen doorgroeien naar de beroepsrenners. Kijk maar naar Timo Roosen, die bij de WorldTour ploeg van LottoNL-Jumbo is terecht gekomen.’ Maar de meeste tijd wordt door Den Bakker opgeslokt in de business van wielerkleding uit Italië voor bedrijven, wielerverenigingen, toerverenigingen, kleding voor bedrijfstoertochten, goede doelen en voor evenementen, de recreatieve fietsers enz. ‘De ontwerpster bij GSG maakt de kleding met naam, in kleur met logo zoals de klant dat wenst.’ Daarnaast verschijnt Maarten den Bakker regelmatig op clinics, prominenten activiteiten in de wielersport en zoals onlangs in Spijkenisse met Thijs Zonneveld in het Wielercafé, maar hij is ook betrokken bij de Ronde van Abbenbroek. ‘Kort geleden waren we nog in Hengelo met mannen als Theo de Rooij, Henk Lubberding en Jan Ulrich en net voor de Tour komen de oud-renners in het Weekend van de Tour in de Jaarbeurs in Utrecht bij elkaar. Zo blijf je op allerlei fronten betrokken bij de wielersport en dat is mooi. Het is nogmaals mooi dat de karavaan van de Tour op zondag 5 juli bijna bij mijn achterdeur in Abbenbroek voorbij zal razen.’

Foto: © Sportfoto



Eerder...

Tour de France Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl