Bij de vrouwen zijn Laura Smulders, Judy Baauw en Merel Smulders aangewezen. Bij de mannen gaan Niek Kimmann, Twan van Gendt en Joris Harmsen ons land vertegenwoordigen. Wat Van Gendt betreft met een kleine slag om de arm. De wereldkampioen moet na revalidatie na een blessure in wedstrijden of trainingen aantonen zijn normale niveau te kunnen halen. 

Raymon van der Biezen zegt dat de selectie bij de vrouwen steeds helderder werd de afgelopen periode. ‘’Voor de lockdown staken deze drie rensters er al regelmatig bovenuit, denk ook aan het wereldkampioenschap in Baku in 2018 waar zij het gehele podium oranje kleurden. Maar dat beeld wisten zij bij de onlangs verreden wereldbeker in Verona nog eens te bevestigen. De meest actuele uitslagen en de interne ranking die we bij houden, gaven een duidelijk beeld hoe de olympische selectie bij de vrouwen er uit moet zien.” Bij de mannen was dat door blessures lastiger vast te stellen. “Niek Kimmann was al voor Verona zeker van zijn plek vanwege onze ranglijst, maar Twan van Gendt kon in Verona niet laten zien waar hij normaal toe in staat was vanwege een week eerder opgelopen blessure. Uiteindelijk bleef hij tweede op onze lijst en is ervoor gekozen Twan af te vaardigen, met de genoemde slag om de arm. Joris Harmsen kwam gezien de interne ranking als derde kandidaat naar voren.” 

Voor de beide bondscoaches staat het vast dat Nederland voor een derde keer op rij met een medaille naar huis zou kunnen komen. Van der Biezen: “In BMX bestaan er geen garanties, maar we hebben bij de vrouwen drie ijzers in het vuur voor goud, zilver en brons. Hier is de top ook minder breed en de kans op verrassingen minder groot dan bij de mannen. Maar ook bij de mannen maken we zeker kans op olympisch eremetaal. Niek Kimmann en Twan van Gendt hebben dat in het verleden al kunnen tonen en zullen in normalen doen zeker meestrijden voor de prijzen in de finale. Bij de mannen is de top echter dermate breed dat je geen foutjes meer kunt rechtzetten en dat alles mee moet zitten om dat ook te realiseren.” 

Foto: Sportfoto