Gesink wordt vandaag achttiende in de eerste grote bergrit. Valt het mee of tegen?
“We gingen natuurlijk voor het hoogst haalbare, voor de eindoverwinning. Dat gaan we nog steeds, maar het wordt lastig. Robert staat nog wel goed in het klassement. Hij is nu zevende en kan nog wat plaatsjes winnen, maar ook verliezen. De voorbereiding op deze koers was natuurlijk niet ideaal. Robert was afgelopen week nog ziek. Vlak voordat we hier van start gingen, kwam het goede gevoel terug, alleen hij heeft nog wel een achterstand. Gisteren zat hij goed mee, maar je ziet vandaag dat hij op dit moment nog net iets tekort komt op de echte wereldtop. Maar iedere dag zetten we weer een stap.”

Jullie toonden wel initiatief vandaag, dus Robert moet zich goed hebben gevoeld.
“We willen ook echt initiatief tonen, voorin rijden, de wedstrijd naar ons toe trekken. Daar is lef voor nodig en dat hebben we getoond. Op de eerste beklimming, na 65 kilometer, deden we het ook. We wisten dat er gevaarlijke afdaling kwam, dan moet je gewoon de regie in handen nemen zodat je later niet hoeft te reageren. Ik ben een groot voorstander van die manier van koersen. Op de slotklim hebben we dat misschien een beetje overdreven. Daar hadden we ons nog wel iets langer mogen verschuilen. Robert kwam onverwacht op kop, omdat een paar man voor hem afhaakten. Kruijswijk zag dat en is toen weer Robert uit de wind gaan houden. Dat was op dat moment niet nodig, daar hadden we ons nog een beetje moeten wegsteken.”

Bradley Wiggins liet zich vandaag zien. Net als Gesink mikt hij op de Ronde van Italië. Mag deze koers gezien worden als voorbereiding op de Giro?
“Dat is wel waar we uiteindelijk naartoe werken met een gedeelte van deze groep. Na Catalonië gaan we met onder andere Gesink, Kruijswijk, Bobridge en Clement drie weken op hoogtestage. Daarna volgt de Ronde van Romandië en moeten we klaar zijn voor de Giro."

Foto (c): Sportfoto