Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

Jeroen Wielaert: 'Mooie koppen'

Zondag 20 april 2014

Blog - Op de dag dat Nikei Terpstra niet bijzonder opgemerkt door de Amsterdamse grachten voer kwam Tom Dumoulin prominent op de sportpagina’s als toekomstige kanshebber voor de zege in de Amstel Gold Race. Om helden gaat het weer in Nederland, om honger naar helden en helden die hem stillen. Niet voor niets heet de kersverse Nederlandse wielerdocumentaire Nieuwe Helden. In de week van de première is toch ook weer de schaduwzijde van de vaderlandse heroïek naar buiten gekomen: Robert Gesinks voorstelling over zijn hartmisère. Een domper in de aanloop naar de Amstel Gold Race.

Het was goed om Gerrit Voorting en Henk Faanhof te zien bij de eerste vertoning van Drik Jan Roelevens Nieuwe Helden, in Tourstad Utrecht. Allebei in de negentig en nog steeds karakteristiek. In hun topdagen, de jaren vijftig, hadden ze heuse filmsterkoppen. Voorting met zijn zwarte coiffure en Faanhof met zijn blonde hadden het goed gedaan als karakters in een Western, of een oorlogsfilm. In plaats daarvan kwamen ze mooi op de foto in de Tour de France. Veel mooier dan Wim van Est en Wout Wagtmans, sterke renners, maar geen schoonheden. Jo de Roo had ook zo’n face – helemaal geschikt voor broeierige Franse cinema, de jaren zestig, toen hij klassieke zeges scoorde als glimmende Oscars.

Het is een halve eeuw verder en Tom Dumoulin wordt in de Limburgse kolommen opgevoerd als een nieuwe James Dean. Persoonlijk vind ik dat de Maastrichtenaar meer weg heeft van Nicolas Cage, maar als een jonge renner toch moet worden vergeleken met een legendarische sexy acteur moet de keuze blijkbaar weer vallen op de broeierige, vroeg overleden James Dean. Tom Dumoulin de nieuwe Rutger Hauer? Dat kan óók niet. Hij past zeker in de Nederlandse sterrenhoofdentraditie, ook vanwege het retro-aspect van zijn uiterlijk. Dat is allemaal best leuk, maar in het wielrennen moeten ook de benen goed zijn.

Van mij mag een Nederlandse renner spuuglelijk zijn, als hij maar wint, het liefst in schoonheid.

Goeie cinema is rijk aan contrasten. Zo is het met de lopende reeks van het nieuwe Nederlandse wielrennen. Op weg naar Roubaix ging Terpstra er vandoor als een moderne Pietje Bell, stijlvolle vlerk met veel venijn en bijpassende pretogen. Vier dagen later, en er is niets van plezier meer te zien in de ogen van Robert Gesink. Het licht is gedoofd. Ik kan geen Amerikaanse acteur bedenken om hem mee te vergelijken. Ik denk meer aan de verfilming van Boven is het Stil, of Knielen voor een Bed Violen, de worstelboeken van Gerbrand Bakker en Jan Siebelink.

Aan Gesink kleeft de tragiek van een coureur die de hemel is geprezen, in een gedeeld scenario van fans en media die meer op hem projecteerden dan hij aankon. Klasbak, zeker, maar niet de gedroomde Terminator. Zijn hart klopte het verhaal van zekere tekortkomingen, maar openbaarde ook het tortuur van een ziel. Het werd een wending naar opnamen voor een hospitaalfilm, in plaats van een heldenrol in de Amstel Gold Race. Zo is Gesink weer mens geworden, in plaats van een onverslaanbaar bedenksel. Laat hem rustig de tijd krijgen om zichzelf terug te vinden.

Bij Gesinks tijdelijke wegvallen bleven er in de 49-ste Amstel nog genoeg vaderlanders over om te schitteren, om de euforie van dit voorjaar vol vuur voort te laten laaien. Maar waar waren ze op het eind, de Nederlanders, in een cast van geduchte buitenlanders?

Dumoulin laat zich even zien in het jagende pak, Weening komt sleuren. In de laatste daling naar Valkenburg wordt Mollema naar voren geschoven. Voor hem is nog de beste bijrol in het eindspel, maar op de Cauberg, die voortreffelijke Nederlandse heuvel gaat wéér die Waal voor als grote sluiper.

Het is een film die nooit verveelt voor de man en zijn fans, niet ver van Valkenburg. Un Autre Dimanche Particulaire voor Philippe Gilbert. Hij heeft ook een goeie kop voor Luik-Bastenaken-Luik.       

Foto: © Jeroen Wielaert



Eerder...

Blog Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl