Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

VAN LEEDS NAAR PARIJS - deel 1

Dinsdag 08 juli 2014

Jeroen Wielaerts BBB-Tourblog - DAGBOEK IN DELEN

Door Jeroen Wielaert

LEEDS, donderdag 3 juli

Voor de derde keer ga ik door de Chunnel naar Engeland en andermaal is het voor de Tour de France. In 1994 hadden de volgers met zijn allen de primeur van de tunnel onder het Kanaal. Hij was nog niet geopend voor het publiek. Het vervoer van het Tourvolk betekende maximale publiciteit. In 2007 was het al niet meer dan een routinerit, nu voor de Grand Départ in Londen. Deze keer is het zo ongeveer de voordeligste manier om naar de Tourstart in Leeds te komen.

600 kilometer: het is een stevige rit, goed voor het Tourgevoel, zoiets als een start in de buurt van Nantes. Het gaat wel door Engeland, dus veel is anders, om te beginnen het verkeer: links rijden. Completely different is ook de kennis van de ronde. Het is te lezen in de Engelse kranten, te horen op de radio. Ze hebben het over Le Tour als een buitenaards wezen dat is geland met vreemde truien aan.

Bij aankomst in de perszaal is het weer als vanouds. Handen schudden met de kameraden en de heren en dames van de organisatie. L’amitié du Tour – het vaste vriendenverbond van dik drie weken. In Leeds is het allemaal ondergebracht in ruime witte tenten. Blijkbaar was er geen fatsoenlijke congreshal beschikbaar. Zelfs in de Vendée kunnen ze dat beter, die arme Franse regio aan de Atlantische kust.

Mijn goede vriend Willem van der Griend is mee op reis. Advocaat in ruste, groot liefhebber van de geneugten van de Tour. We huizen voor een paar nachten op de elfde verdieping van een IBIS met uitzicht op een groot gebouw dat wordt gesloopt. De hele omgeving heeft die typische Engelse smoezeligheid. Leeds straalt alleen in het centrum grootstedelijke statigheid uit met een imposant stadhuis waar enorme Tourbanieren aan zijn opgehangen.

We eten in de Browns, een groot, deftig restaurant. Bij terugkeer in het hotel is het in de bar een en al Franse drukte van volgers. Er is nog geen meter gereden in Yorkshire en ze hebben al de mond vol van de passage over de keien voor Arenberg.

 

LEEDS, vrijdag 4 juli.

Eerst maar eens kijken op Millenium Square. Het Village Départ staat er al klaar voor Civic Hall, klassiek Engels gebouw. Dan naar het perscentrum. Mierenhoop van camera’s voor de aankomst van Alberto Contador. Het omstreden Spaanse klimmertje krijgt vragen over de mini-versie van Parijs-Roubaix. ‘Moeilijk te voorspellen,’ zegt hij, ‘de ploeg is sterk.’ Zo is het ook met Bauke Mollema: ‘We hebben een sterke ploeg voor die rit over de keien.’ Sep Vanmarcke relativeert het graag: ‘Het zijn weinig stroken.’

Voor deze belangwekkende openbaringen heb ik Richard Plugge aangesproken over de toekomst van de ploeg. Er is nog niets aan tekenen toe, begrijp ik en het zou mooi zijn als de nieuwe sponsor zich kan laten zien in de Tour.

In het hotel kijken Willem en ik met de vaste jongens en meisjes van de Tourbewaking Salle de Presse naar Frankrijk-Duitsland. Waardeloze wedstrijd met de gangbare winnaar. Blues voor les Bleus. Bij terugkeer na het eten in opnieuw de Browns worden we het eens met een van de vaste Franse jongens van de Tour: ‘Leeds is een aardig voorafje op weg naar Utrecht.’

 

BOROUGHBRIDGE, zaterdag 5 juli

Bij het binnenlopen in het Village Départ komt de delegatie uit Utrecht net naar buiten. Ik zie hoe burgemeester Van Zanen zich buigt over de fietsen van Giant. ‘Wat zijn die dingen licht!’ verbaast hij zich. Willem geeft graag nadere uitleg, totdat de burgemeester weer terug moet voor het protocol. Hij komt op het podium met Paul Giacobbi, de gedeputeerde van Corsica, de vorige Grand Départ. Die vertelt me na de plichtplegingen dat ze op het eiland al vier keer meer fietsvolk hebben geboekt.

Na het vertrek is het voor ons een en al verbazing over de enorme publieksmassa in Yorkshire. Overweldigend om met eigen ogen te zien en ook te horen op BBC Leeds: ‘fantastic, really fantastic!’ De presentatoren en verslaggevers raken niet uitgepraat over de Eens-In-Het-Leven-Kans die het voor iedereen is.

Inmiddels is alweer sprake van een soort erfgoed in de vorm van een door de ASO gepatroneerde jaarlijkse driedaagse in Yorkshire. Ik ken dat: de Tourstart van Rotterdam 2010 heeft de World Ports Classic opgeleverd, in twee dagen heen en weer tussen Rotterdam en Antwerpen. Allemaal leuk, maar het haalt het niet bij de Tour zelf. Ik denk dat eenmalige grootsheid aantrekkelijker is dan een bleke herhaling. Moeten ze in Utrecht ook niet aan beginnen, denk ik.

Toppunt van drama is de zelf veroorzaakte val van Cavendish. No good sport. Het bederft het feest van Yorkshire niet. We rijden naar ons hotel Boroughbridge, de Grantham Arms. In de pub over de brug kunnen we Oranje-Costa Rica zien. Het wordt adembenemender dan de eindsprint in Harrogate.

 

CAMBRIDGE, zondag 6 juli

Prachtig, de vrouw die voor ons uit rijdt op een fiets met een kinderzitje, de eerste kilometers door York. Links en rechts de dichte rijen Engelsen achter de hekken. Ze heeft een geel t-shirt aan, zwaait als een onwennige actrice. Het lijkt op straattheater, maar dat was in het geheel niet de bedoeling.

‘Wat is uw nummer?’ vraag ik uit het open raam.

‘Heb ik niet,’ zegt ze besmuikt, ‘ik kan hier gewoon niet uit.’

Dat was waar: ze kon niet anders dan doorfietsen, honderden meters door haar eigen York, haar kind thuis, totdat ze gestopt werd door een man met een rood hesje.

Very silly, Le Tour.

Opnieuw stond het Pyreneeën- en Alpenvol. Geweldig, de passage van de Holme Moss.

Na Sheffield is het nog dik 200 kilometer verplaatsen naar Cambridge, met aankomst in de Earl of Derby, Bed& Breakfast met een luidruchtige pub. Jolly indeed, de Tour de France in England.

Van Patrick Collins, Chef Sport van de Mail on Sunday , lees ik in het B&B een paar schitterende observaties.

‘Als land houden we van een evenement en we komen opdraven in dramatische hoeveelheden als dat evenement zowel betekenisvol als toegankelijk is. Weinig dingen in sport zijn zo betekenisvol of belangrijk als de Tour de France. Toch was er een moment, ergens tussen Middleham en East Witton dat het leek dat de Tour niet langer een sport was, maar meer de fantasie van een romantische regisseur.

De regen was geweken voor de helderheid en de heidevelden en dalen spreidden zich loom uit tot de horizon. Aan elk cliché werd gehoorzaamd, van de pittoreske ansichtkaartendorpjes van zandsteen tot de koppige Noorse kerken, de schuren bulkend van het hooi en de wollige wolken wervelend langs brede blauwe waaiers van lucht. De hele kwestie leek op een bewonderende advertentie voor de glorieuze aspecten van Yorkshire. Wat het voor een groot gedeelte ook was.’

Hij herinnerde zich ook de ontmoeting met een niet snel van zijn stuk te krijgen man uit Yorkshire, vlak voor de start in zijn hotel in Leeds.

De man zag Collins bezig met het bestuderen van het routeboek en vroeg: ‘U gaat naar de fietswedstrijd? En waar gaat hij heen?’

Collins vertelde hem over de kronkelwegen door heide en dalen en de rondgang door North Yorkshire.

De man gromde wat en zei: ‘Er zijn snellere manieren om naar Harrogate te komen.’

 

BOULOGNE-SUR-MER, maandag 7 juli

Het Village Départ staat in een ruim park in Cambridge. Voor Radio 1 interview ik Christian Prudhomme over de Tour en het spoor langs de fronten van de eerste wereldoorlog. Voor de Tourdirecteur is vrede de boodschap. Bij het podium ga ik nog wat geluid halen: de stem van speaker Daniel Mangeas, bezig aan zijn 41-ste en laatste Tour. Het voelt goed om weer een reportage uit de ronde te maken. Het is deze keer geen dagelijkse taak.

Over de omleiding naar Londen. Opnieuw staat er enorm veel publiek klaar voor de flits van het langskomen van de renners. Wonderlijk: ik ben nog nooit zo kort in de Engelse hoofdstad geweest. Meteen na de nieuwe zege van Kittel vertrekken we richting de kust. Er zijn zorgelijke berichten: een zware vertraging voor de Tunnel. Dat blijkt: er staat een kolossale file vol vrachtwagens. Wachttijd: minstens vijf uur. Ik rijd zo’n 400 meter achteruit de afrit af. We moeten proberen om in Dover de boot te nemen met het Tourkonvooi.

Vriend Willem naast me merkt puntig op: ‘Dit is niet alleen Force, maar ook Farce Majeure.’

Na drie dagen majestueuze reclame voor Engeland is dit wel heel beroerde publiciteit voor het transport onder het Kanaal door. Het is twintig jaar nadat de Tourvolgers de primeur kregen van de eerste Er komt ook een eind aan de Britse gastvrijheid. De douane onderwerpt mijn auto, maar ook wagens van de Tour-organisatie en de directie aan een controle. De Tour-stickers op de ramen maken geen indruk. We worden allemaal onderzocht als doorsnee smokkelaars.

Thank you England!

Het lukt om op de boot te komen. Daar vertelt Tour-secretaresse Fabienne Dalla Serra me dat Prudhomme nog op een receptie in een Londense ambassade is. Hij had ook een ticket voor de tunnel. Ook voor de Tourbaas moet iets worden geïmproviseerd.

Om elf uur komen we aan in Boulogne-sur-Mer, Hotel de Londres. De stad is uitgestorven.  


Jeroen Wielaerts BBB-Tourblog



Eerder...

Jeroen Wielaerts BBB-Tourblog Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl