Het was niet voor niets dat Vincenzo Nibali vooral in Vlaanderen reed en in Nederland alleen Stiphout en Surhuisterveen op zijn agenda had staan, meent Van den Akker. “Dat heeft echt met de budgetten te maken die in Nederland lager zijn. Nibali heeft een busje gehuurd en was twee weken lang beschikbaar. Maar in Nederland is er op dit moment even minder geld. Ik moet zeggen dat de Nederlandse renners daar begrip voor hebben getoond, door hun eisen ook iets terug te schroeven. Alleen Lars Boom was relatief duur, maar hij won ook een etappe in de Tour de France dit jaar.” Van den Akker heeft weinig begrip voor mensen die vinden dat de profs wel genoeg verdienen. “Die vergeten dat een beroepsrenner soms maar tien jaar de tijd heeft om te oogsten.”

Geen groen van Sagan

De truien waren minder in Nederland te zien dit jaar. Nibali twee keer, Majka toonde een aantal keren zijn bollentrui, maar het groen van Peter Sagan bleef onzichtbaar. Van den Akker: “Majka ging natuurlijk de Ronde van Polen rijden en was daardoor een periode niet beschikbaar. De kalender is vol natuurlijk tegenwoordig en ploegen hebben niet altijd begrip voor deze wedstrijden, die eigenlijk voor de teams zelf weinig brengen. Het is eigenlijk vooral een Nederlandse en Vlaamse traditie op dit moment. Maar je moet je wel realiseren dat Oleg Tinkov waarschijnlijk nog nooit van de Draai van de Kaai gehoord heeft. Cannondale heeft bijvoorbeeld Sagan ronduit verboden om te starten in deze profronden. Daar heb je toch mee te maken momenteel. Maar ondanks dit soort tegenslagen hebben we nog altijd een heel mooi criteriumcircuit staan en was de publieke belangstelling goed van Boxmeer tot en met Emmen. Deze traditie staat wat mij betreft als een huis.”

Foto: © Sportfoto/Jos Kafoe