Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

Tourblog Jeroen Wielaert: Tour van Utrecht (2)

Dinsdag 14 juli 2015

Tour de France -  
Donderdag 9 juli
In het Village Départ van Abbeville verdiep ik me met Maarten Ducrot verder in de geschiedenis van de oude slagvelden waar de Tour doorheen trekt. Maarten heeft opa-historie genoeg vol Franse wortels en oorlogsverhalen. We bespreken de Tourperspectieven voor de komende jaren, want tot en met 2018 houdt het niet op met de honderdste herinnering aan de Grande Guerre.


Ik volg de route tot Dieppe en wil er daarna uit voor het bezoek aan de volgende etappeplaats, Livarot. Zo gemakkelijk is het niet. Veel hekken aan de zijwegen, met agenten. Vind er toch eentje, richting Doudeville.
Heb tijd genoeg om rond te kijken in Livarot. Ik vermoedde een stadje, herbouwd uit de oorlogsschade van de Invasie, na juni 1944. Het valt mee. In het Bureau de Tourisme legt een vriendelijke juffrouw me uit dat het front zo’n beetje om het kaasdorp is heengetrokken. ‘Pas mal touché’, zegt ze.
In Bar de l’Union is het lang kijken naar een kopgroep van drie, overdadig afgewisseld met toeristische beelden van hoge rotsen en de Falaises van Étretat.
Na de passage langs de erevelden van de Grande Guerre valt Tony Martin vlak voor de streep in Le Havre. Een Duitser om te gedenken.

Vrijdag 10 juli

Kalm onderweg vanuit Livarot, het kaasdorp onder Lisieux, net als Utrecht voor het eerst op de route van de Tour. Het contrast is groot tussen de grote stad in het midden van Nederland en dit plaatsje in de Calvados, Normandië. De hele rit is een feest van dorpen. Mooi, het onverwachte zeventiende- eeuwse kasteel van Le-Pin-au-Haras. Voort gaat het door Le Ménil-Scelleur, Saint-Martin-des-Landes, Couptrain, Madré. Het is warm, loom. Ik geniet van de tocht, van alle enthousiaste mensen langs de weg. Ergens op een boerenerf staat een wat schamper bedankbord aan de Tour: ‘U was hier voor het laatst in 1962!’
Daniel Teklehaimanot zit alweer in de kopgroep, in de bolletjestrui. Hij is in een paar dagen mijn lievelings-Eritreër geworden. Het moet in zijn land een grote gekte zijn.
Er daalt veel zen in me neer, na alle drukte in en om Utrecht. Het bevalt me prima om de Tour te doen zoals nu: een dagelijkse column voor het Utrechts Nieuwsblad en dit dagboek. Ik hoef niet meer aan de bak na de finish. Het blijft bizar dat ik mijn eigen columns niet meer kan doen voor Radio Tour de France.
Mijn Hôtel le Garden in Rennes blijkt zo ongeveer om de hoek te staan van de zaterdagse start. Ik eet een burger in een tent tegenover de oude hallen en neem nog een glas op het terras Koz Mod naast het hotel. Het worden meerdere glazen als ik in gesprek raak met eigenaresse Tefane, een slimme, sympathieke vrouw. Ze heeft het niet zo op de Tour.
‘Het is allemaal bedrog,’ zegt ze.
Ik probeer het te relativeren. Leg uit dat het een harde sport is, dat de middelen een soort noodzakelijk kwaad zijn en dat er toch weer massa’s vrolijke mensen op af komen. Het overtuigt haar niet.

Tegen middernacht komt het bericht dat Luca Paolini uit koers is, mijn favoriet met baard. Cocaïne. In mijn hoofd beginnen JJ Cale en Eric Clapton aan een duet.

Zaterdag 11 juli

Viva Daniël! Voor de ingang van het Village Départ staat een groep enthousiaste Eritreïsche mannen en vrouwen met vlaggen te zwaaien en te juichen voor de held van het land: Teklehaimanot. Het is nu eens een keer geen marathonloper op blote voeten, maar een heuse wielrenner. Ik vraag me af wie zijn fans zijn. Goed geïntegreerde asielzoekers? Of rijke docenten aan de Universiteit van Rennes?
Ik neem gewoon weer de route, wil even kijken in Saint-Méen-le-Grand, het dorp van de grote Breton Louison Bobet. Ze hebben er een silo beschilderd met zijn afbeelding, fietsend in het geel.
Op de Mûr van Bretagne is het eindelijk weer Frankrijk boven. Winnaar Alexis Vuillermoz is geen Breton, maar dat doet er nu even niet toe. Froome, Gesink en Mollema finishen vlak bij elkaar. Dat geeft hoop voor Nederland. Het is de vraag of ze ook zo blij zijn in Eritrea. Teklehaimanot heeft moeten lossen in zijn bollentrui. Verlangen ze daar trouwens ook naar de terugkeer van de Avondetappe?

Zondag 12 juli

De verplaatsing is ruim 700 kilometer. Ik besluit de ploegentijdrit van Vannes naar Plumelec mee te maken op Radio Monte Carlo. Het begint voor mij ter hoogte van Poitiers en eindigt vlak voor mijn aankomst op mijn vaste vriendenadres in Gayon, een gehucht ten noordoosten van Pau.
RMC heeft voor elke regio een andere frequentie. Daarom krijg ik de finish met veel gekraak mee. Dat maakt het extra spannend, om niet te zeggen ouderwets. SKY verliest met een tel van BMC, maar Froome wint seconden genoeg op Contador.

Maandag 13 juli

De rustdag begint met werk aan een paar columns voor de komende dagen. Dan naar Pau. Eerst naar het Hotel Parc Beaumont. SKY en BMC delen het moderne hotel aan het oude stadspark. Het is er rustig, zo rustig als in de Tour. Het is goed dat een nieuwe episode vol cols gaat beginnen.
Ik vang een glimp op van Chris Froome die een van de wagens van Sky binnen klimt. Collega David Walsh loopt ook rond. Hij zegt: ‘Ja, het is rustig. Ik denk dat iedereen denkt dat Froome wint. Een onvermijdelijkheid.’
In L’Équipe komen Mollema en Gesink niet voor in een tussenbespiegeling over het podium in Parijs. Philippe Bouvet voorspelt een tweestrijd tussen Froome en Quintado.


Die twee komen nog niet voor in de permanente tentoonstelling die aan het eind van de middag wordt geopend op het voormalige terrein van de wielerbaan van Pau. De expositie heet Le Tour des Géants. Het is een mooie verzameling gele zuilen met de portretten van alle Tourwinnaars vanaf 1903, aangevuld met wedstrijdbeelden en cartoons. De bijbehorende teksten zijn van Christian Laborde. Er zijn veel vedetten aanwezig voor de feestelijke plechtigheid: Bernard Hinault, Bernard Thévenet, Stephen Roche, Gilbert Duclos-Lasalle, Greg LeMond. Glimlachend luisteren ze naar een mooie uitspraak van Laborde: ‘De velo is een anagram van love.’

Tekst en foto's: © Jeroen Wielaert



Eerder...

Tour de France Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl