Stroetinga verscheen aan de start samen met Melvin van Zijl, Ivar Slik, Rick van Breda, Joris Blokker, Dennis Bakker en vooral Dion Beukeboom. De nummer drie van het NK op de weg kon het moordende tempo van zijn ploeggenoot niet volgen en moest lossen: “Ik reed niet al te best en moest er snel af. Al na 30 kilometer moest ik ze laten gaan. Dion (Beukeboom, red.) reed zo hard. Die was echt heel sterk, maar dat was wel te verwachten want hij beheerst deze discipline heel goed.”

Geen pleister op de wonde
Het harde rijden van Beukeboom resulteerde in de snelste tijd en dus de Nederlandse titel. Een prijs die Stroetinga in juni ook graag op zijn palmares had bijgeschreven, maar de sprintvoorbereiding in Ouddorp verliep verre van vlekkeloos. In de door Dylan Groenewegen gewonnen massasprint eindigde Stroetinga nog wel op het podium, maar die derde plek (achter Wouter Wippert) zit hem nog steeds niet lekker. Deze overwinning op het NCK verandert daar niets aan: “Nee, totaal niet. Dit komt niet eens in de buurt. Oké, ik kan nu wel zeggen dat je Nederlands kampioen bent geworden dit jaar, maar het baanseizoen komt er nog aan. Dat is veel belangrijker voor mij, hoewel het NK daar ook geen doel is. Ik kijk vooral naar het EK en WK. De wereldkampioenschappen zijn in april 2017, dus dat duurt nog even.”

Voorbereiding baanseizoen
Dit verklaart ook direct het wat mindere optreden van 31-jarige coureurs op dit NCK: “Dat komt omdat ik in een periode na de Olympische Spelen zit. Na Rio heb ik twee, drie weken niks gedaan. Daarna ben ik weer heel rustig begonnen met fietsen. De afgelopen weken heb ik voornamelijk uren gemaakt en geen één keer echt hard getraind. Dus deze inspanning van vandaag voel ik wel even, ja.  Alles staat in het teken op het naderende baanseizoen: “Wat dat betreft is dit NCK wel een goede opmaat. De training hiernaartoe dient gelijk als voorbereiding op het baanseizoen. Ik merkte dat ik nog niet zo heel veel gedaan heb. Ik kom gewoon power tekort. Deze week begint het baanwerk. Over twee, drie weken moet ik goed zijn. Dat haal ik wel, maar nu ben ik nog lang niet in orde.”

“Het NCK is hartstikke leuk, vooral nu de kleine mannetjes ook meedoen”

Overigens kan de in Nijkerk woonachtige Stroetinga wel genieten van een evenement als het NCK: “Ja, ik vind het hartstikke leuk! Vooral voor de jeugd. Toen ik vroeger hier reed was het NCK pas vanaf de nieuwelingen en nu zie ik ook kleine mannetjes rijden. Dat is een heel leuk initiatief, zeker ook voor de clubs. Gezelligheid onderling en het is voor iedereen rondom de wielervereniging ook keer wat anders.”

WV Noord-Holland
Normaal rijden de profs het NCK voor de club waar ze ooit begonnen, voor Stroetinga gaat die vlieger niet op. “Mijn oude club – Olympia Heerenveen - bestaat niet meer. Ik ben daar als achtjarig jongetje begonnen met fietsen, dus daar had ik altijd wel wat mee. Toen ze zijn samengegaan met Drachten had ik er eigenlijk niet zoveel meer mee, dus ben ik daar weggegaan. Wielervereniging Noord-Holland vroeg toen of ik - met het oog op dit NCK - lid wilde worden, maar ze hadden denk ik niet verwacht dat ik niet zo goed zou rijden”, zegt het sprintkanon lachend.

Fusieploeg
Het lijkt misschien vreemd dat Stroetinga voor een club rijdt waar hij nooit gekoerst heeft of in de buurt woont, maar als je weet dat Parkhotel Valkenburg- manager Paul Tabak, ploegleider is bij WV Noord-Holland dan is de link snel gelegd. Tabak stapte eerder deze week uit de fusieploeg Destil-Piels (een combinatie van Stroetinga zijn huidige ploeg Parkhotel en Jo Piels): “Ik zie het niet als fusieploeg. Piels is Piels en Paul Tabak gaat verder met Monkeytown. Als het een fusie was, dan was minimaal de helft van onze ploeg wel meegegaan naar Destil-Piels.”

“Ik had gehoopt op Roompot Oranje Peloton, maar ik heb nog niemand gesproken”

 Waar hij zelf volgend jaar koerst, weet de compacte spurtbom nog niet: “Ik had gehoopt op Roompot, maar die zijn niet gekomen. Nu lijkt die ploeg wel ‘vol’ te zitten voor 2017, dus het is een beetje afwachten. Ik heb tot nu toe nog met niemand gesproken. En ik heb zoiets: ze moeten wel bij mij komen, ik ga er niet zelf naartoe. Misschien rij ik volgend jaar wel voor Monkeyotwn, Vlasman of misschien wel Piels. Alles ligt nog open”, aldus de winnaar van het brons op het NK op de weg, die – mede op basis van dat resultaat - nog altijd hoopt op een profcontract. 

Foto: © Sportfoto