Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

interviewt
Jo de Roo won twee keer Ronde van Lombardije

Jo de Roo won twee keer Ronde van Lombardije

Vrijdag 14 augustus 2020

Interviews - Bauke Mollema won vorig jaar de Ronde van Lombardije. De coureur van Trek-Segafredo verraste het gerenommeerde veld van topfavorieten door in de voorlaatste klim te demarreren en zijn indrukwekkende solo met goud te bekronen. Alejandro Valverde (Movistar) op plaats twee en Egan Bernal (Team Ineos) completeerden het podium. Jo de Roo (1962 en 1963) en Hennie Kuiper (1981) gingen de Groninger in Il Lombardia voor.

Dan Rolandus

‘’Bauke vertrok in de klim (de Civiglio, DR) op het moment dat er vooral werd gekeken naar Roglic, dus op het juiste moment. Hij sloeg een gat. En als je weet dat Mollema een hardrijder is moet je van goede huize komen om hem terug te pakken’’, herinnert Jo de Roo zich de imponerende solo van Mollema, die leidde tot de superoverwinning in Il Lombardia 2019.

Euforie na pech
Jo de Roo was op 20 oktober 1962 de eerste Nederlander, die tijdens de 56e editie van de Ronde van Lombardije over 253 kilometer van Milaan naar Como het Italiaanse wielermonument op zijn naam wist te brengen. En niet zomaar, de ‘Koers van de vallende Bladeren’ was een overwinning met hindernissen. Jo de Roo analyseert ‘zijn’ koers, die hij nog altijd op zijn netvlies heeft staan. ‘’Ik weet niet in welke omstandigheden de Ronde van Lombardije voor de oorlog werd verreden, maar ik weet wel dat de klassieker van 1962 in mijn tijd de zwaarste rit ooit was.   Ik weet niet meer hoe ik in mijn eerste Lombardije in 1960 ben bovengekomen, maar het is me gelukt. Je hebt voor onderweg, met veel op en af, versnellingen nodig om goed vooruit te komen. In de rit van 1962 hadden wij een mecanicien in de ploeg (Saint-Raphael - Helyett – Hutchinson, DR) die er een extra blad kon bijzetten, dus heeft hij er ook één bij mij gemonteerd. Best een voordeel. Er lag een groep vooruit. Vlak na de klim naar Madonna del Ghisallo lag er nog een superbeklimming naar La Madonnina  die overigens nooit meer in het parkoers is opgenomen. Ik bleef over met Emile Daems, een Belg, kwamen samen boven op Del Ghisallo. Er lagen nog vijf man voor ons. Huub Zilverberg en Armand Desmet (beiden Flandria-Faema-Clément, DR) pakten we op de ‘Superberg’ (La Madonnina?) terug. Emile Daems moest bij het dorp (Lasnigo, DR) lossen en in de korte afdaling pakte ik de laatste mannen één voor één terug. Ik begon met een voorsprong aan de Muur van Sormano.’’ De toen 25-jarige coureur uit het Zeeuwse Schore zou tot drie keer toe pech krijgen aan zijn derailleur. ‘’Er liep een tandwiel af, kreeg een ander wiel. Toen ik weer in gang werd geduwd zat het wiel niet vast en moest ik er weer af. Maar er mocht niet worden geduwd. Dat stond ook op de borden aangegeven. Ik moest op een steil stuk op eigen kracht zien weg te komen, terwijl die Italianen constant geduwd werden. Ik verloor tijd en tot overmaat van ramp bleef ik ook nog hangen achter een handtasje van een toeschouwer waardoor ik viel. Livio Trape vloog me voorbij. Ik lag een halve minuut op hem achter. Met nog 20 kilometer te gaan heb ik hem in de afdaling teruggepakt en klopte hem in de sprint. Ik heb niet eens gejuicht toen ik over de finish kwam, want ik was woest na al die tegenslag waarin het duwen was verboden, maar voor de Italianen een oogje werd dicht gedaan. Ik heb alles zelf moeten doen.’’



Wereldbeker
Jo de Roo beleefde in de ploeg van Jacques Anquetil (later vijfvoudig Tourwinnaar) in 1962 een topseizoen. Hij won na een strijd met onder meer Wim van Est (Liberia-Grammont-Wolber) de monsterrit Bordeaux-Parijs over 557 kilometer. ‘’We reden de laatste 300 kilometer achter een derny. Ik zei op een gegeven moment tegen mijn gangmaker het wat rustiger aan te doen, want op de wielerbaan van het Parc des Princes lag er nog een premie van duizend Franc, toen 750 gulden, voor de snelste ronde en die pakte ik ook.’’ De Roo won tot slot van het seizoen ook de wedstrijden Parijs-Tours en de Ronde van Lombardije. Allemaal wedstrijden, die meetelden voor de Super Prestige Pernod (SPP), de huidige UCI WorldTour. De Zeeuw won met zijn laatste overwinning in Lombardije de Super Prestige Pernod, de Wereldbeker. ‘’Het was een superjaar en ben er best trots op dat ik als beste renner ter wereld de wereldbeker heb gewonnen.’’

Rijke wielercarrière
De Zeeuwse routier heeft in zijn elfjarige wielercarrière als prof een fraai palmares opgebouwd. Hij won in 1960 de etappekoers Giro Di Sardegna, verder de GP Monaco (1961), drie etappes in de Tour de France (Montpellier-Perpignan in 1964, La Rochelle-Bordeaux 1965 en Montpellier-Vals-les-Bains 1966), een etappe in de Vuelta (Madrid-Calatayud 1966), de klassieker Omloop Het Volk (1966), de Ronde van Vlaanderen (1965) en wederom Parijs-Tours en de Giro di Lombardia (in 1963). ‘’Ik was in 1963 ook heel goed in Lombardije. De Muur van Sormano was dit keer uit het traject gehaald. Ik heb in de laatste beklimming in een groep van negen, waarvan zeven Italianen, alleen op kop gereden. De rivaliserende Italianen pakten elkaar terug, dus dacht ik. Dat zit wel goed. Ik voelde dat ik die mannen aankon. Ik vertrouwde op de wielerbaan in Como op mijn sprint. Ik kon goed aankomen, zeker na een zware koers.’’
Jo de Roo heeft vijf jaar met succes voor de ploeg van Jacques Anquetil (Helyett en later St. Raphael) gereden. ‘’De naam van de ploeg veranderde nog wel eens, dus noem ik het maar de ploeg Anquetil. Ik ben er door mijn ploeggenoot bij Radium, Joop Capteijn bijgekomen. Soigneur Jan van Dinter bemiddelde dat zowel ik als Michel Stolker in de ploeg zouden worden opgenomen. Ik won gelijk in dat eerste jaar de Ronde van Sardinië (Giro Di Sardegna, DR). Het was mijn enige overwinning in een meerdaagse wedstrijd. Het was wel een mooie binnenkomer.’’
De tweevoudig kampioen van Nederland op de weg in 1964 en 1965 kwam vanaf 1965 uit voor de succesvolle Televizier-ploeg. De Roo won onder leiding van de legendarische ploegleider Kees Pellenaars onder meer de Omloop Het Volk (1966) en de Ronde van Vlaanderen in 1965. ‘’Pellenaars heeft het met de nieuwe ploeg goed gedaan. De Ronde van Vlaanderen ging over 270 kilometer. De finale begon op de Kwaremont, was in die tijd een kasseiweg met een fietspad aan de linkerkant als afscheiding. Mijn broer Jaap stond klaar met een bidon, maar ik zag hem niet staan. Na de Kruisweg kwam ik in Brakel pas bij de groep. Ward Sels was als ploegmaat van Rik van Looy (Solo-Superia, DR) een sprinter in opkomst. Een rappe man. Maar ik deed ook wel eens rare dingen, zoals in 1961 toen ik op het eiland Man André Darrigade, die 22 Touretappes had gewonnen, in de sprint klopte. In Vlaanderen reed ik de laatste 40 kilometer samen met Ward Sels op kop. Het was ontzettend koud, maar uiteindelijk won ik de sprint van Sels.’’
Jo de Roo (83) is nog altijd actief op de fiets. ‘’Ik woon in Biezelinge tegen mijn geboortedorp Schore aan. Ik zit tussen twee rustdagen door zo’n twee tot drie uur op de fiets, een mountainbike met zachte banden. Dan heb ik minder kans om plat te rijden. Ik word weleens voorbij gereden hoor, maar dat heb je met zo’n fiets met half lege banden, ha, ha. Daarnaast blijf ik het wielrennen op TV volgen.’’

Zeven Nederlanders op podium
De 114e editie van Il Lombardia zal aanstaande zaterdag in Bergamo van start gaan en 231 kilometer verder eindigen in Como. In de voorgaande edities stapten zeven Nederlanders op het podium. Jo de Roo beet in 1962 met een klinkende overwinning het spits af, waarna de Zeeuw zijn titel in 1963 prolongeerde. Gerben Karstens werd in 1965 tweede achter de Brit Tom Simpson. Hennie Kuiper zegevierde in 1981 en nam de Italianen Moreno Argentin en Alfredo Chinetti mee op het podium. Adrie van der Poel moest in 1983 op plaats drie de Ier Sean Kelly en de Amerikaan Lemond voor zich dulden. Leo van Vliet ondervond in 1984 de sterkte van de winnende Bernard Hinault en de Belg Ludo Peeters. Adrie van der Poel zat in 1985 in de herkansing, maar opnieuw was Sean Kelly de snelste. Michael Boogerd stapte in 1998 na de Zwitser Oscar Camenzind op het podium, werd in 2001 derde achter de Italianen Danilo di Luca en Giuliano Figueras en tot slot in 2004 als tweede achter de Italiaan Damiano Cunego. Bauke Mollema verraste vorig jaar door met een indrukwekkende solo als winnaar in Como aan te komen.
Bauke Mollema verkeert wederom in grote vorm en behoort tot de kanshebbers. Wellicht kan de 33-jarige coureur van Trek-Segafredo net als Jo de Roo in 1963 zijn titel prolongeren. De voorlopige inbreng van de Nederlanders komt in de vervroegde, voormalige Koers van de vallende Bladeren vooralsnog van Koen de Kort (Trek-Segafredo) Antwan Tolhoek, Lennard Hofstede, Koen Bouwman (Jumbo-Visma), Wilco Kelderman (Team Sunweb), Ide Schelling (Bora-Hansgrohe) en Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix). 

Foto's: Privé-archief Jo de Roo

 



Eerder...

Interviews Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl