Ten Dam wordt maar zelden als kopman gepresenteerd, maar is als stabiele factor in de grote ronden wel een betrouwbaar coureur op het moment dat de kopman tegen valt. En dat gebeurde in de voorlaatste (tijd) rit met Belkin-ploegmaat Bauke Mollema. De Groninger  eindigde na een lijdensweg, die 9.26 minuut langer duurde dan de triomftocht van Martin (ter vergelijking: zijn gemiddelde was 42.753 km/u, zes km/u trager dan Martin) op plaats 140. En dat betekent dat slechts 24 renners langzamer waren. De rekening was zwaar: Mollema zakte maar liefst drie plaatsen in de stand, van de zevende naar de tiende de plaats. En dus werd niet de kopman van Belkin de beste Nederlander in Parijs, maar Laurens ten Dam. “Negende in de Tour, daar had ik in Leeds voor getekend. Maar nu ik zie dat Zubeldia mij met een paar seconden vooraf gaat, baal ik toch een beetje.” En over zijn status van beste Nederlander: “Dat interesseert me niet zo veel. Als ik zevende was geworden en Bauke derde, was dat nog beter geweest natuurlijk.”

 Wat was uw moment van 2014? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@cyclingonline.nl en ding mee naar onze kalenders. Laat ook weten welke kalender uw voorkeur heeft.

Foto: © Sportfoto