Ruim een jaar voor de Olympische Spelen staat de nog altijd pas 25 jaar oude Nederlandse er dus goed voor om zich net als in 2008 en 2012 te plaatsen. Toch werd, met onder meer de zege van Judy Baauw op zaterdag, nog maar eens te meer duidelijk dat meer concurrentes uit eigen land aan de deur kloppen. “Natuurlijk wordt het daardoor voor mijzelf ook moeilijker, maar ik vind het wel mooi, want de andere meiden pushen mij ook om harder te gaan fietsen.”

Smulders heeft haar sport zien groeien. “Toen de sport in 2008 net olympisch werd was ik 14 jaar”, kijkt ze terug. “Daar weet ik niet zoveel meer van, maar toen zeiden veel mensen; kleine kinderfietsjes, wat is dat nu voor een sport? Dat is er nu wel een beetje vanaf. We hebben volgens mij wel veel meer respect gekregen van buitenaf. Iedereen kijkt veel serieuzer naar de sport. Hier op Papendal trainen we natuurlijk veel samen met andere sporters en die zien ons ook trainen en super serieus bezig zijn. Ik denk dat dat respect van andere sporters naar ons toe ook wel heel belangrijk is en zo’n evenement als hier wil ook wel wat zeggen. Het is geen kleine sport meer.”

Die groei in niveau was zaterdag en zondag op Papendal ook wel te zien, volgens de winnares van brons tijdens de Olympische Spelen van 2012 in Londen. “Mijn snelste tijd vorig jaar was hoog 37 en nu 36,7. Daar is dus meer dan een seconde af. Dat is echt wel een groot verschil. Het niveau gaat zo hard omhoog. Iedereen is aan het werk voor de Spelen volgend jaar. De mannen stoken elkaar op en wij als meiden staan ook iedere week met zijn vijven drie keer in de week aan de plank. Je duwt elkaar naar een hoger niveau. Dat zie je niet alleen bij ons in Nederland, maar over de hele wereld. Iedereen gaat zoveel harder fietsen. Dat is mooi om te zien.”

Goede stimulans
Bang voor de concurrentie is Smulders niet. Sterker nog, ze ziet ook de goede prestaties van haar landgenotes positief. “Ik denk dat het alleen maar een goed teken is. Het wil zeggen dat we in Nederland ook alleen maar meer aanwas krijgen en de sport dus ook groter wordt. In het begin waren er telkens maar één of twee meiden die kans maakten op de spelen, nu zijn het er vijf of zes. Dat helpt op een wedstrijd als deze en ook verder stimuleert dat. Judy fietst ook gewoon twee keer finale hier en Merel, Ruby en Merle doen ook iedere keer mee om finaleplekken. Dat is gewoon super gaaf om te zien.”

Mogelijk drie Nederlanders naar Spelen
In aanloop naar de Olympische Spelen in Tokio zal Smulders haar Nederlandse concurrentes nog veel zien. “Wij trainen altijd met zijn allen hier gezellig op Papendal. We hebben allemaal hetzelfde doel, maar uiteindelijk kunnen we niet alle vijf gaan, dus dat wordt volgend jaar nog spannend. Er mogen nu 24 dames meedoen aan de Spelen. Dat zijn er acht meer dan de vorige keer. Dat wil dus zeggen dat de eerste twee landen in de ranking er drie mogen sturen. Het is relatief realistisch dat wij er drie kunnen gaan sturen. Zeker na zo’n prestatie als hier dit weekend.”

Foto: Craig Dutton