Tekst: Roy Schriemer

Van der Haar nam al in augustus 2021 de beslissing om deze winter alles op de kampioenschappen te zetten. Tot nog toe lijkt dat een meer dan geslaagde keuze en zondagavond (Europese tijd) kan hij de kers op de taart plaatsen door zijn eerste wereldtitel bij de profs te veroveren. ‘’Ik voel me deze winter sterker dan ooit en ben blij met de keuzes die ik maakte. Deze focus op de kampioenschappen was er in augustus al bij het maken van de seizoensplanning. Ook bij gebrek aan ambities in de wereldbeker, die ik uit veel te veel crossen vindt bestaan. Ik wist dat er bij een wereldkampioenschap in de States een kans bestond dat niet alle toppers zouden starten en dat is het geval. Maar ik ga ook van mijn eigen kracht uit. Het was voor het laatst in 2016 (Heusden-Zolder) dat ik met zoveel ambitie vertrok naar een WK en ik denk eerlijk gezegd dat ik sterker ben dan toen.’’ Van der Haar was toen tweede achter Wout van Aert.

Kers op taart

Van der Haar voelt dat er kansen zijn nu Wout van Aert niet naar de VS afreist omdat de Vlaming van Jumbo-Visma straks fris en sterk uit de startblokken wil schieten in het wegseizoen Titelverdediger. Mathieu van der Poel kwam door blessureleed nauwelijks aan crossen toe en zette al snel een kruis door onder meer het wereldkampioenschap. Samen met de Vlamingen Eli Iserbyt en Toon Aerts en de Brit Tomas Pidcock rekent Van der Haar zich tot de kanshebbers. ‘’Maar op een WK met meer kanshebbers krijg je ook een andere koers dan normaal. Er zijn meer kapers op de kust, iedereen weet dat er nu een kans ligt en is erop gebrand te winnen. Misschien krijgen we een tactisch spel, misschien gaan er mensen aan de stress onderdoor. Mijn seizoen is al prima geslaagd met de Nederlandse en Europese kampioenstrui. Als de kans zich voordoet daar een regenboogtrui bij te veroveren, ga ik die niet laten liggen.’’

Drie WK's, drie kansen

Hij wil zeker niet van een laatste kans spreken. ‘’Ik wist vooraf al dat er nu drie WK’s komen waar ik uit de voeten kan: Fayetteville, Hoogerheide en Tabor. Ik zou graag een keer wereldkampioen bij de profs worden en dan is het fijn om te weten dat de komende omlopen je in ieder geval niet tegen zitten.  Ik wil zeker wereldkampioen worden, als je die kans krijgt, moet je die zeker pakken. Het is een kans die ik de afgelopen jaren niet heb kunnen krijgen. 2016 was mijn laatste WK dat ik als favoriet vertrok en nu is die kans er weer. Ik kan dit keer geen topfavoriet aanwijzen. Ik denk dat we na de beloftenwedstrijd meer kunnen zeggen over scenario’s. Het is een atypisch parcours, waarvan ik vooraf denk dat er geen grote verschillen gemaakt kunnen worden. Maar dat dacht ik in Hulst ook en dan rijden we uiteindelijk ook een minuut voor de anderen uit. ‘’

Van groep afkomen

De ambitie klinkt de afgelopen tijd in zijn woorden door. ‘’ Als ik kan rijden zoals in Hoogerheide zondag zitten podium en overwinning in de kansen. We moeten eerst zien hoe het parcours er uiteindelijk zondagmiddag bij ligt, maar technisch wordt het niet. Je zult moeten proberen van de groep af te komen. Ik ga liever niet een uur lang met tien man rond rijden. Dat rijd je een uur lang met risico rond. Hoe kleiner die groep is, hoe meer controle je hebt over je fouten. Ik denk dat ik tegen het niveau aanleun van toen ik het EK won. Zulke benen krijg je niet op bestelling, maar ik heb er wel alles aan gedaan om zo sterk mogelijk voor de dag te komen. Vervolgens is het hopen dat het er zondag uitkomt.’’

Foto: © Sportfoto