Tekst: Dan Rolandus

‘’Ik heb in de ZLM rit naar Roosendaal veel werk verricht voor de twee mannen (Wessel Mouris en Axel van der Tuuk, DR), die in de top-10 van het algemeen klassement staan, maar toen het iets over de helft van de koers weer op de kant ging bleek dat ik m’n eigen nek had omgedraaid waardoor ik moest lossen. Ik werd er uiteindelijk door de jury met nog een renner uit koers gehaald. Daardoor mocht ik op de laatste dag niet meer starten, maar Wessel en Axel behielden wel hun top-10 plaatsen, terwijl Wessel zelfs de witte trui behaalde. Toen de jongens mij bedankten voor mijn werk, gaf me dat een goed gevoel.’’ Boris Romers komt woensdag in actie op het NK-tijdrijden voor beloften in Steenbergen. ‘’Het NK-tijdrijden is mijn hoofddoel. Het is qua vorm nog aankijken. Ik ben fit, dus was het na de ZLM goed herstellen en hopen de vorm terug te krijgen die ik in Woensdrecht en de Wim Hendriks Trofee had. Mijn ambitie is een plaats op het podium. Ik hoop er op het NK-weg natuurlijk het beste van te maken. Als ik op het NK-tijdrijden de goede vorm kan meenemen naar de ‘weg’hoop ik ook op een mooie klassering. De Posbank is met de klim natuurlijk wel een redelijk specifieke inspanning, maar het is in de laatste rondjes rondom Arnhem wel vlakker. Dus als ik de Posbank kan overleven, kan ik wellicht in de finale toch nog meedoen.’’

Teamwork

Boris Romers (21) is na PRC Delta, de junioren van Acrog-Balen en Willebrord Wil Vooruit bezig aan zijn eerste seizoen bij Metec-Solarwatt p/b Mantel, de continentale wielerequipe van teammanager Michel Megens. ‘’Ik heb het bij Metec erg naar mijn zin. We hebben tijdens de winter in de buurt van Alicante en Girona veel met elkaar getraind. We zaten in Alicante in een grote woning. Dan hecht je toch wel een band met elkaar, je leert elkaar toch wat beter kennen. Ik voelde me in de ploeg al snel op mijn gemak. Het voordeel was dat ik al een paar jongens kende. Ik mag genoeg wedstrijden rijden, het programma is goed en op een gegeven moment moet het toch een keer de goede kant opvallen.’’ De Rozenburger mocht bij Metec eind februari meteen aan de bak in Le Samyn (UCI 1.1). ‘’Het seizoen begon voor mij een stukje vroeger dan ik gewend was als clubrenner en het was gelijk een wedstrijd tussen de profs. Dat was een heel mooie ervaring. Vanaf dat moment was het gewoon wedstrijden rijden en was het zaak om zo fris mogelijk aan de start te staan. De opdracht voor dit seizoen was om meer als team te gaan rijden. Daar hebben we op de trainingskampen veel aandacht aan besteed. Als team rijden was een puntje om dat beter te gaan doen dan in de laatste jaren, begreep ik. Het teamwork hebben we in het eerste deel van het seizoen ook goed kunnen uitvoeren met een aantal goede uitslagen (naast diverse ereplaatsen waren er overwinningen voor Wessel Mouris in Eschborn-Frankfurt U23 en van Roy Hoogendoorn in een etappe in Olympia’s Tour, de derde plaatsen van Axel van der Tuuk in Tour du Loir et Cher en van Hidde van Veenendaal in de Omloop der Kempen en de ereplaatsen van Mouris en Van der Tuuk in de ZLM Tour, DR). We hopen natuurlijk dat dit er steeds meer worden.’’

Tegenslagen

Boris Romers stelde dat het hem qua uitslagen tot nog toen niet altijd heeft meegezeten. ‘’Ik heb redelijk veel pech gehad, maar in de Wim Hendriks begon de vorm heel goed te worden Door een lekke band viel ik weg uit de kopgroep. Door die lekke band ben ik in een bocht onderuitgegaan en vervolgens was er door die val een schaafwond op mijn scheenbeen gaan ontsteken. Ik heb vervolgens zes dagen niet kunnen fietsen. Daarna moest ik toch weer opbouwen en begon de vorm in Woensdrecht weer goed te worden. Ik zat er bij elke vluchtpoging bij. Daar werd ik achtste en won ik ook het kasseienklassement. Dat was goed voor de vorm die ik eigenlijk had. Daarna ben ik in Gent-Wevelgem U23 onderuitgegaan doordat mijn voorwiel op de gladde weg ineens wegschoot. Dat was mijn tweede valpartij. In het H4A beloften weekend had in de tijdrit gehoopt een korte uitslag te rijden omdat ik het jaar daarvoor naar een derde plaats reed, maar ik reed helaas lek waarop ik de helft van het parkoers met tegenwind op mijn koersfiets moest afleggen. Dat hielp natuurlijk ook niet mee. Op zich heb ik er wel een prima weekend van kunnen maken. In de etappe naar Philippine zaten we met drie man in de kopgroep. Wij probeerden steeds het voortouw te nemen door in de aanval te gaan zodat Lotto DSTNY het gat steeds dicht moest rijden. We zaten met drie man in de kopgroep, toen Wessel Mouris mij voor één van de kasseienstroken aanspoorde om te gaan. Ik trok door op de kasseienstrook met de hoop nog een paar mannetjes mee te krijgen. Blijkbaar had niemand hier met nog 40 kilometer te gaan zin in. Dus kwam ik alleen te zitten. Ik had een voorsprong van één minuut. Alleen toen kwam het stuk met de wind op de kop en dan ben je in je eentje een stuk minder waard met een jagende groep achter je. Het gat werd ook steeds kleiner en in de laatste plaatselijke ronde kwamen er nog twee man aansluiten, maar dat was eigenlijk al te laat, want het kruit was voor mij al verschoten. Ik won weer het kasseienklassement. Dat was mooi, maar een troostprijs omdat je met de arbeid ook het loon met een overwinning zou willen bekrachtigen. Ik ben wel met een goed gevoel en goede benen uit het H4A-weekend gekomen, maar daarna moesten we heel lang wachten op de huldiging. Ik heb toen een flinke kou gevat met hoestbuiten. Daarna heb ik het weer redelijk goed opgepakt en werd ik in Veenendaal-Veenendaal door een andere renner flink onderuit gereden. Dus dat was mijn derde valpartij van het seizoen. Gelukkig weinig schade aan die val overgehouden en de koers gewoon uitgereden, maar ik was wel een beetje boos en teleurgesteld dat ik weer op de grond lag zonder dat ik er zelf wat aan kon doen.’’ De pech hield niet op, want net vooraf aan de Omloop Het Nieuwsblad U23 kreeg de Zuid-Hollander weer te kampen met buikgriep en moest hij de strijd uiteindelijk staken.’’

In navolging van… .

Boris Romers omschrijft zichzelf als een allround renner. Hij heeft een goede tijdrit in de benen en kan na een zware koers rap aankomen. ‘’De tijdrit is mijn beste attribuut uit mijn lijstje, dat vind ik ook leuk om te doen. Tijdrijden is een mentaal stukje van de wielersport. Ik was er ook al goed in bij de jeugd, heb veel tijdritten gereden en bij de nieuwelingen ben ik op het NK één keer op het podium beland. Bij Metec hebben we met een paar man Aero-testen gedaan. Hopelijk richting het NK hoop ik er veel profijt van te hebben zodat ik bij de beloften nog een keer op het podium mag staan.’’

Boris Romers heeft bij de junioren en bij Willebrord Wil Vooruit met een aantal renners gereden, die zijn doorgebroken naar de rijen der professionals, zoals Casper van Uden (DSM-Firmenich-PostNL), Jardi van der Lee (EF Education), Menno Huising, Sjors Lugthart (beiden Visma-Lease a Bike), Dries De Pooter (Intermarché – Wanty), Ramses Debruyne (Alpecin-Deceuninck), Pepijn Reinderink (Soudal Quick-Step), Jelle Vermoote (Bingoal WB), Robin Orins (Lotto Dstny), Joran Wyseure, Jente Michels (beiden Alpecin-Deceuninck) en Axel Källberg (Development Team DSM-Firmenich PostNL). ‘’Ik heb met aardig wat gasten samen gereden die nu op het hoogste niveau rijden. Ik hoop dat ik daar over enkele jaren ook op dat niveau te komen. Dat is wel mijn doel, daar werk ik hard aan. Mocht ik niet slagen als wielrenner, dan ga ik terug naar de Pabo om basisschoolleraar te worden.’’

Foto's: © Dan Rolandus en Sportfoto.nl