Tekst: Roy Schriemer; Foto: Sportfoto

Met geen honderd man krijg je Ramon Sinkeldam zover om te zeggen dat hij hoopt op eigen gewin in de komende Tour de France. “Dat zou betekenen dat er iets met Degenkolb gebeurd is, dat hij ziek of gevallen is, en daar wil ik niet eens over nadenken. Het is een simpel verhaal. Ik kan in een sprint misschien eens tweede of derde worden en met heel veel geluk winnen, de kans op een ritzege is met John Degenkolb veel groter. Dus moeten we daar altijd voor gaan.  Over een mooie klassering voor Ramon Sinkeldam in de Tour heeft over een jaar niemand het meer, een ritzege daar gaan we hier voor in de Tour. Ik wil daar mijn bijdrage aan leveren. Vorig jaar zette ik John een keer perfect af in de Vuelta en rondde hij het ook af. Dat zijn de momenten waar ik naar uitkijk, aan eigen succes denk ik niet. Alleen in de tijdritten denk ik aan mezelf.”

Iets te zoeken

Als kleine jongen zat de Noord-Hollander zelf niet vaak voor de buis als de Ronde van Frankrijk eraan kwam. “Als leek weet je eigenlijk niet wat zich allemaal afspeelt in zo’n koers. Je ziet een kopgroep de hele dag vooruit rijden en een sprinter de rit winnen, dat was het voor je gevoel. Daar ging ik geen uren naar kijken. Ook niet naar de bergritten, nee. Die won Lance Armstrong destijds allemaal. “ Hij wist zelfs lang niet of hij wel profwielrenner wilde worden. “Als junior hoopte ik vooral een mooie ploeg te vinden. Dat lukte met Rabobank ook, maar na twee jaar heb ik me wel echt af gevraagd of ik nu wilde werken of mijn school eraan zou geven en alles op de sport te zetten. Ik deed het laatste en dat heeft geloond. Ik word elk jaar nog wat sterker en heb nu ook echt voor het eerst  het idee dat ik wat te zoeken heb in deze ronde.”

Geen angst

Hij gaat zonder vrees van start in de belangrijkste wielerronde van het jaar. “Natuurlijk ben ik geen klimmer, maar op de momenten dat ik er af moet, zullen er zeker meer de klimmers laten gaan. Nee, ik heb geen angsten, nergens voor. Ook niet voor het evenement op zich. Ik ben een nuchter mens en heb er tot nog toe geen moment van wakker gelegen dat ik in de Tour start. Het is leuk dat het net dit jaar in eigen land start. Ik wist al een tijdje dat ik zou mogen rijden, had overigens ook gereden als  Marcel Kittel was opgesteld. Ik neem in principe in de sprinttrein nu de plek van Tom Veelers in, maar ik ben wel een andere renner. Ik denk dat ik goed op John ben ingespeeld en hem de juiste snelheid mee kan geven om de sprint aan te gaan.”

Kans in klassiekers

Dat Sinkeldam zo bescheiden is over zijn eigen kansen, is vooral realisme, volgens de renner zelf. “Ik zal nu en waarschijnlijk ook niet in de toekomst niet snel de snelste mannen van het peloton verslaan, ik zal in ieder geval geen zekerheid zijn zoals Kittel dat kan zijn. Ik zie mijn eigen toekomst nog meer in de klassiekers. Ook daar ondersteun ik nu Degenkolb, maar als je met meer mensen van voren zit, kan er ook voor mij een keer een kans komen. Dat zag je aan de manier waarop Niki Terpstra in 2014 Parijs-Roubaix won. Bovendien kan ik zelf ook nog sterker worden. Wie weet wat er dan nog in zit voor me.”

Foto: © Sportfoto