Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

interviewt
Vermeltfoort hoeft niet altijd zelf te winnen

Vermeltfoort hoeft niet altijd zelf te winnen

Donderdag 27 februari 2020

Interviews - Ook in 2019 was Coen Vermeltfoort goed voor aansprekende zeges. De in het Overijsselse Schuinesloot opgegroeide coureur won onder meer de Ster van Zwolle, de Dorpenomloop van Drenthe, de Ronde van Groningen en de Slag om Norg. Zijn werkgever Alecto stopte, VolkerWessels-Merckx was er als de kippen bij om de voormalig kippenvanger te contracteren. “Ik ben gehaald om te winnen, maar ik moedig het ook aan dat anderen van het team voor de zege gaan.”

Tekst: Roy Schriemer

Zaterdag staat hij als titelverdediger aan de start in de Ster van Zwolle. De finishfoto van vorig jaar toont Vermeltfoort in het wit-blauw van Alecto, dit jaar zal hij in soortgelijke kleuren uitkomen voor VolkerWessels-Merckx. Ook een man met zijn ervaring moest even omschakelen bij het switchen van team. “Het is toch allemaal weer even wennen. In de winter verandert er niet veel aan mijn manier van voorbereiding, maar er zijn wat dingen die een ploeg anders aanpakt.”

De ambities zijn dezelfde gebleven. “Enkele maanden geleden heb ik afgesproken dat ik bij de ploeg was gekomen om wedstrijden te winnen, dat wil ik ook zelf het liefst. Mijn kracht ligt, vooral nu,  in het  Nederlandse programma. In de weekenden klassiekers en criteriums rijden, dat ,vind ik het lekkerst. Ik houd stiekem wel de ambitie om in de 1.1-koersen goed mee te doen.  Net als vorig jaar. We reden toen als ploeg een goede Ronde van Drenthe en de Slag om Norg ging heel goed. Dat ambieer ik ook altijd nog, te laten zien dat ik het op dat niveau ook kan. Maar dat wil niet zeggen dat ik voor de strandrace van Rockanje of het criterium van Oploo niet gemotiveerd ben. Ik denk dat het mijn grootste kracht is: dat ik overal wil winnen waar een streep ligt.”

Drenthe en Overijssel

Wensen blijven er altijd. “De Ronde van Drenthe staat nog altijd heel hoog op mijn verlanglijstje, ik won er al eens, maar de wedstrijd heeft nog altijd iets speciaals voor iemand die onder de rook van Hoogeveen opgroeide. In de Ronde van Overijssel ben ik er vaak dichtbij geweest, ook voor deze ploeg – met belangen in de regio – is het leuk om daar iets meer mijn zinnen op te zetten.” De ervaring hoeft niet alleen van hem te komen. “Ik denk dat we met Tijmen Eising, Justin Timmermans en Peter Schulting redelijk veel ervaren krachten hebben. Alecto was een wat kleinere ploeg, het klopte gewoon vorig jaar. Dat is de uitdaging om het zo weer te krijgen.”

Een andere uitdaging is er ook in een nieuwe omgeving. “Om als afmaker in de ploeg de andere renners met ambitie niet onder te sneeuwen. Dat vind ik belangrijk, al komt dat soms anders over. Ik vind het belangrijk om mee te geven aan mijn nieuwe ploeggenoten, dat ik er niet ben om een seizoen lang met zes man voor me in de wind te rijden.  Ik vind het toch het mooist als we met de ploeg de koers maken en dan in de finale de renners uitspelen die zich goed voelen.” Maar dan moeten andere renners hun kansen wel durven grijpen. “De ervaring die ik heb, is dat er soms renners zijn die morren dat ze ook een kans willen hebben. Maar zeg je dan voor de start ‘we gaan voor jou rijden’, dan wordt het anders.  Dat geeft druk en dat onderschatten veel jongens. Ik kan daar persoonlijk goed mee omgaan als ze vooraf tegen me zeggen dat ik de man ben die dag. Iedereen is onzeker, dat is topsporter eigen, maar ik kan er mee dealen.  Maar het kan ook een kracht zijn dat ik als mogelijke afmakers de andere jongens in de ploeg in de luwte houd. Maar dan is het wel belangrijk dat ze de kansen wel zien en pakken als ze er zijn.  Dat is de uitdaging om ze dat mee te geven. Als ze in een mooie positie komen, dat ze dan wel gaan rijden om te winnen.”

Liefst koers maken

Koers maken, doet hij het liefst. Een lange solo in de Ronde van Groningen was daar het beste voorbeeld van, maar ook in de Dorpenomloop en Norg wachtte hij bepaald niet af. “Ik vind het toch het mooist om met windkracht vijf te koersen en dat het vanuit de start een wedstrijd is met waaiers en koers.. Ik ga het liefst koers maken. Soms heeft dat geen zin en moet je dat aan anderen over laten. Als het een sprint komt, zal ik er zeker staan. Maar ik vind het wel het leukst om met zo min mogelijk man naar de finish te rijden.  Groningen was het andere uiterste, dat moet ik niet te vaak doen van zover. Maar ik moet mezelf soms wel uitdagen. Dat houdt het leuk voor mezelf. Ik vind het mooi om met het mes tussen de tanden te koersen. Dat is ook de reden dat ik het gered heb om twee keer als prof een stap terug te zetten, omdat ik er telkens opnieuw voor ga. Ik heb vorig jaar veel nagedacht, want ik zou eigenlijk stoppen eind 2019. Maar als je dan zo’n seizoen rijdt en je wint en je gaat met plezier naar de koers, dan ben je gek als je dat niet zou blijven doen. Ik werk er nu bij en ben er ook achter hoe mooi het fietsen is. Dat wil ik nog wel een paar jaar blijven doen.”

Foto: © Rudie Ottens



Eerder...

Interviews Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl