Volg ons

Facebook  Instagram  YouTube

interviewt
Iwan Spekenbrink: ‘Beloond voor onze werkwijze’

Iwan Spekenbrink: ‘Beloond voor onze werkwijze’

Zaterdag 05 april 2014

Interviews - Hij stond dit najaar op het punt een grote Amerikaanse sponsor te strikken voor de ploeg, maar moest gered worden door zijn fietsfabrikant Giant om zijn succesvolle formatie voort te kunnen zetten. Het heeft niets afgedaan aan het optimisme van teammanager Iwan Spekenbrink en ook niet aan de zegehonger van zijn ploeg. Giant-Shimano kleurde het voorjaar zwart-wit en als het aan Spekenbrink ligt, zal dat de komende jaren zo blijven.

Tekst: Roy Schriemer; Foto: Sportfoto

Giant redde de ploeg voor 2014, tekende voor vier jaar als materiaalsponsor, maar zette tot op heden geen contract voor een meerjarig contract als hoofdgeldschieter. Spekenbrink zet daar voor de toekomst van zijn ploeg wel op in. “We zijn met Giant bezig om een mooi traject in te zetten. Het is een trend in het wielrennen dat fietsenmerken een nadrukkelijkere rol vragen in de sponsoring van teams. Dat heeft ook met externe factoren te maken, bedrijven van buiten de sport hebben door economische tegenslag en een deuk in de geloofwaardigheid van de wielersport op de rem getrapt. Maar het komt ook voort vanuit de fietsfabrikanten zelf. Zij willen van het scenario af om dan eens bij de één en dan bij de ander de fietsen te leveren, ze willen een meer duurzame verbintenis aangaan. Dat is iets wat in mijn ogen een blijvende tendens is, ook als straks weer meer bedrijven van buiten willen instappen.”

Duurzame verbintenis

“Samen met Giant werken we nu aan zo’n duurzame verbintenis, daar is onze focus geheel op gericht waar het om de toekomst van onze ploeg gaat. Wij zijn op zoek naar stabiliteit en zekerheid, Giant kan op haar beurt het Formule 1-model toepassen: nieuwe uitvindingen via onze ploeg de weg laten vinden naar het grote publiek. Een beter testteam kan men zich toch niet voorstellen? En samen proberen we meer mensen op de fiets te krijgen, de wielersport is een enorme groeimarkt, over de hele wereld gaan mensen de sport en de fiets ontdekken. Nee, we zijn nog niet rond met Giant, maar we hebben beiden de intentie om tot een mooie overeenkomst te komen en zijn daarover steeds in gesprek.”

Succesvol voorseizoen

Spekenbrink weet zich in de rug gesteund door een ploeg die – zowel bij de mannen als de vrouwen –een zeer succesvol voorseizoen achter de rug heeft. “We hebben de afgelopen jaren constant geïnvesteerd in het opleiden van talent, het beter maken van onze sporters en onze trainers en ploegleiders. Om zo als groep tot optimale prestaties te komen. Dat werpt zijn vruchten af en ook op steeds meer terreinen. Met Marcel Kittel hebben we een topsprinter voor de grote ronden in huis, met John Degenkolb een snelle man na een wedstrijd over zwaarder terrein en een coureur voor de klassiekers en ook op andere terreinen gaan we steeds meer mee doen.”

Ambities in de grote ronden

“Op termijn hebben we ondertussen ook ambities voor de grote ronden. Met Warren Barguil denken we over enkele seizoenen een goed klassement te kunnen rijden in dergelijke koersen, daarbij ondersteund door talenten als Tom Dumoulin, Tobias Ludvigsson en Daan Olivier. Daar is ook echt een mooi collectief aan het ontstaan waar we mee willen scoren.”

Opleiden vanuit basis

De Twentse teammanager hecht nog altijd aan het opleiden vanuit de eigen basis. Een aantal jaren geleden speelde daarbij een grote rol dat men vertrouwen wilde hebben in een schoon verleden van de renner. “Dat is natuurlijk nog altijd een belangrijk aspect, schone wielersport is voor ons heel belangrijk en cruciaal voor een mooie toekomst van de wielersport. Hoe vroeger wij met talent kunnen werken, hoe meer we kunnen sturen, helpen bouwen aan een optimale weg naar de top op een verantwoorde manier. Het voordeel is ook dat er met renners en begeleiding zo een groepsgevoel ontstaat, waarin ieders rol belangrijk is en gewaardeerd wordt.”

Compliment

“Ik denk dat het een enorm compliment is dat een renner als Lawson Craddock nu naar ons toe komt met de vraag of hij bij ons kan rijden. Een renner die bij alle – en zeker de Amerikaanse topploegen – zo had kunnen tekenen. Talenten waarderen onze manier van werken en willen deel uitmaken van dat geheel. Dat is voor mij persoonlijk enorm waardevol, maar een compliment vooral voor het hele team. Het is overigens geen onmogelijkheid om op latere leeftijd te komen, dat bewijst ook Dries Devenyns, als we een renner zien die bij ons past en die zichzelf en het team verder kan ontwikkelen, dan zullen we het niet laten.”

Development Team

Het Giant-Shimano Development Team zal op termijn een belangrijker rol gaan krijgen in die opleiding van talent. Spekenbrink erkent dat de ploeg vorig jaar te laat werd opgericht om al over de beste talenten te kunnen beschikken. “Het is natuurlijk nog mooier om al voordat renners prof worden met hen te kunnen werken en ook te ontdekken of de komst naar ons WorldTour-team een verstandige keuze is. Daar gaan we zeker ook meer gebruik van maken. We gaan voor 2015 op zoek naar meer talenten zodat we in de toekomst renners uit eigen kweek kunnen laten doorstromen naar ons eigen profteam.”

Meer Nederlanders

Hoewel Spekenbrink benadrukt dat ook die ploeg een zeer internationaal karakter zal dragen, zullen daar in de toekomst meer Nederlandse talenten opgeleid gaan worden. Nu maakt Lars van der Haar als enige Nederlander deel uit van deze ploeg, die op Zweedse licentie rijdt. “Bij continentale teams moet je de licentie aanvragen in het land waar de meeste renners uit he team vandaan komen. Dat is bij ons toevallig Zweden. We zullen bij het samenstellen van de ploeg centraal laten staan wat de mogelijkheden van de renners zijn en niet uit welk land ze komen. Maar wat mij betreft zullen we ook meer Nederlandse renners in onze ploeg verwelkomen. “

Historisch gegroeid

Het zou op termijn ook het aanzicht van de ploeg kunnen veranderen, die nu voor het merendeel buitenlandse speerpunten heeft. “Dat wij minder Nederlandse kopmannen hebben in vergelijking met Belkin is natuurlijk ook historisch gegroeid. Die ploeg komt voort uit een team waarin men met het Rabobank Development Team over de beste Nederlandse renners uit de eigen kweek kon beschikken. Wij hebben met Tom Dumoulin en Daan Olivier ook al oog voor Nederlands talent gehad, maar hopen in de toekomst meer jonge talenten uit ons land te interesseren voor onze ploeg. Maar zullen tegelijkertijd niet per se bouwen aan een Nederlandse ploeg, want bij ons staan de mogelijkheden van de renners voorop en niet het paspoort. Wel willen wij bij voorkeur op Nederlandse licentie blijven rijden.”

Morgen in deel 2 van dit interview blikken we met Iwan Spekenbrink nog verder vooruit:  over een toekomst met steeds meer kopmannen en de herstructurering van de wielersport.



Eerder...

Interviews Nieuwsberichten

Powered by Manieu.nl