Tekst: Roy Schriemer; Foto: Sportfoto

Het is één van de redenen dat hij deze winter niet veel – misschien nog op het NK koppelkoers - op de piste te zien is. Bos wil een stevig fundament leggen onder zijn debuutseizoen bij MTN-Qhubeka vanuit zijn thuisbasis in Monaco, waar hij het op en naast de fiets goed toeven vindt. ‘Het is niet dat ik de baan als voorbereiding niet zie zitten, de Zesdaagse van Rotterdam was in het licht van mijn voorbereiding vorig jaar zeker niet slecht. Maar ik wil deze winter wat meer structuur en wat minder gereis voor mijn trainingen. De ploeg rekent op me vanaf het begin van het seizoen en dat vertrouwen wil ik waarmaken.”

Ambitieus

Als 31-jarige is Bos nog altijd zeer ambitieus. De Gelderse sprinter heeft natuurlijk ook nog maar vijf profseizoenen op de weg achter de rug, nadat hij als jonge coureur furore maakte op de baan, wereldtitels veroverde en zilver won op de sprint op de Olympische Spelen van Beijing 2008. “Ik ben nog elk jaar verbeterd en zie mijn afgelopen seizoen als het sterkste wielerjaar dat ik heb gekend. Ik hoop die lijn nog even door te trekken. Ben ook blij met de kansen die ik nog gekregen heb. Toen Belkin bekend maakte te stoppen en mijn contract sowieso al afliep, heb ook ik mij wel even zorgen gemaakt over mijn toekomst. Dat heeft iedere prof, van kopman tot knecht, want baanzekerheid heb je nooit voor lang. Met Belkin-manager Richard Plugge heb ik niet over contractverlenging gesproken. Dat was ook niet nodig, want MTN kwam met een goed aanbod. Men gelooft in mij en biedt mij kansen, ook in grotere koersen dan waar ik bij Belkin reed.”

Grote ronde

Dat programma bij Belkin was deels een eigen keuze geeft Bos toe. “We hebben voor 2014 om tafel gezeten en besloten dat ik me zo veel mogelijk moest richten op wedstrijden waar ik winnen kon. Dat waren veel etappekoersen met massasprints daarin. Ik heb renners als Robert Gesink niet veel gezien het afgelopen jaar, heb erg mijn eigen programma gereden.” Ook het rijden van een grote ronde zat er niet in voor de renner die ooit door blessureleed uit de Vuelta en de Giro stapte en nog nooit de Tour de France reed. “Bij MTN-Qhubeka zal dat ook afwachten zijn, we zijn als team afhankelijk van wildcards. Door goed te openen in het seizoen kunnen we die hopelijk afdwingen voor de grote wedstrijden. Ik denk wel dat de ploeg minder dan bij Belkin gericht is op het klassement en op de klimmers in de ploeg. Ik zou graag nog een grote ronde uitrijden en een etappe winnen. Dat is wat elke sprinter wil. Maar we zullen moeten afwachten.”

Parijs-Roubaix

Als de ploeg een wildcard krijgt voor Parijs-Roubaix, dan ziet de ploegleiding hem er graag rijden. In zijn debuutjaar in 2010 bij Cervélo reed hij de wedstrijd uit, de afgelopen jaren werd hij niet meer opgesteld. “Parijs-Roubaix valt goed te combineren met de Grote Scheldeprijs. Het spreekt me aan weer wat grotere koersen te kunnen rijden. Ik ben één van de renners die resultaten moet behalen voor deze ploeg, daardoor voel ik me gewaardeerd. Dat er nog meer ervaren mannen  (zoals Edvald Boasson Hagen, Reinardt Janse van Rensberg, Tyler Farrar en Matthew Goss, red.) hebben getekend is goed voor de ploeg, dat geeft een solide basis. Al zou ik ook zonder al die andere mannen waarschijnlijk wel getekend hebben. Het avontuur spreekt me ook aan. Ik ken Cervélo natuurlijk nog en weet dat dit een innovatief fietsenmerk is, ken nog wat mensen rond de ploeg en het lijkt me leuk om met Michel Cornelisse te gaan werken.”

Winnen

Bij Belkin had Theo Bos de afgelopen jaren een uitgebreide sprinttrein tot zijn beschikking. Dat zal nu waarschijnlijk niet altijd het geval zijn. “Maar ik denk ook dat we als ploeg niet de rol op ons hoeven te nemen om de koers te dragen. Dat is meer aan ploegen als Etixx-QuickStep en Giant-Shimano, de absolute top op dat gebied. We zullen met onze sprinters onze kans wagen. 2014 heeft me veel vertrouwen gegeven met onder meer een ritzege in de Ronde van Polen en ik hoop ook komend seizoen mooie koersen te winnen.”

Foto: © Sportfoto